Negen uur duurt de KLM vlucht van Amsterdam naar Kilimanjaro airport. En ja, als je dan nagenoeg naast de Kilimanjaro landt, dan hoop je natuurlijk dat je deze berg met eeuwige sneeuw, in zijn geheel kan spotten. Dat is echter een lastige opdracht. De berg ligt vaak met zijn koppie in de wolken. Mede om die reden boek ik een extra nacht in deze regio. En hoop ik dat ik geluk heb.
De Kilimanjaro
We ontbijten rustig en dan haalt Michael ons op. Michael is onze vaste gids deze reis. In Tanzania reis je eigenlijk altijd met een auto met chauffeur die ook gelijk je gids is. Michael neemt vandaag een bevriende gids mee, die opgegroeid is in de omgeving van Moshi. Deze regio staat bekend als startpunt voor de Kilimanjaro beklimmingen, die wij op deze reis overslaan, maar ook vanwege de plantages. En die gaan wij wel opzoeken. We belanden op een koffieplantage, waar we uitleg krijgen van de koffiejongens. Over de bonen, over koffie en het leven op de plantage. We vragen, krijgen een rondleiding langs de koeien en geiten, maken een wandelingetje en lunchen samen. Het is laagseizoen, andere toeristen zijn we niet tegengekomen. Wel kwamen we de lokale mannen tegen, die graag een praatje maken, en dames met kindjes. Allemaal even kleurrijk en nieuwsgierig. We reden door de groene landerijen, over rode leemachtige wegen met tuktuks en motoren als medeweggebruikers. “Mooi, dit vind ik een mooie dag” hoorde ik naast mij zeggen. En daar ben ik het helemaal mee eens, onze eerste dag in Tanzania gaat de boeken in als een perfecte intro. Het enige wat misging is het zien van de Kilimanjaro.
Een dag met avonturen voor drie dagen, staat er in mijn dagboek
Wat volgt is een lange dag richting het westen. We rijden via Arusha richting de Ngorongoro regio. Als ik Michael vertel dat we graag een schooltje willen bezoeken, stelt hij voor om in Arusha boodschappen te doen zodat we niet met lege handen aankomen. Wij hebben geen vaste adressen voor dergelijke bezoeken maar laten deze belevenissen graag aan het toeval over. Zo gezegd, zo gedaan. We rijden langs langgerekte nederzettingen met veel marktjes. Iedereen is bezig. Ze gaan, ze komen, motoren, kinderen, met of zonder handelswaar. Wat een bezig volk. Opeens stopt Michael de auto. “Kili” en hij wijst naast rechts. Nog één wolk en dan is hij bijna helemaal te zien. We zetten de auto aan de kant van de weg en wachten tot die ene wolk weggedreven is. Helaas is op dat moment een nieuwe wolk opgedreven die weer het perfecte zicht belemmert. Ik bedenk me dat ik misschien genoegen moet nemen met dit, en dat ik in ruil hiervoor wellicht iets spectaculairs terugkrijg op deze reis. We doen inkopen voor ons schoolbezoek en rijden verder. Tot een moment waarop een groepje schoolkinderen bij de weg staat. Michael rijdt behendig onze Landcruiser het schoolplein op, waar de kids ons enthousiast begroeten. Terwijl Michael bij een paar jongens probeert te achterhalen waar de juffen en meesters zijn, probeer ik contact te krijgen met de jongelui. Dit valt niet mee, ze zijn verlegen op hun heel eigen manier, durven het geleerde Engels niet echt in de praktijk te brengen, maar zijn dolenthousiast over foto’s maken. En zo maken we heel veel selfies en lachen tot de directrice tevoorschijn komt. 1027 leerlingen telt de school, met 13 leerkrachten. Ppff. We worden meegenomen in een klaslokaal waar de kinderen ons laten zien waar ze les krijgen. Na dit gezellige maar ook enerverende bezoek rijden wij verder. Op naar ons lunchadres in Mto wa Mbu. Hier is een aantal jaren geleden een dorpstour opgezet door een paar Nederlanders. Dit om de lokale bevolking een nieuwe bron van inkomsten te geven en om toeristen kennis te laten maken met de regio. In het hoogseizoen kan het hier wat toeristisch zijn, maar wij hebben hier geen andere toeristen gezien. Na de lunch stappen we in de tuktuks en krijgen een rondleiding over een bananenplantage en stoppen we bij een houtsnijwerk-werkplaats. Hier worden souvenirs gemaakt, die lokaal verkocht worden, maar ook ingekocht worden door lodges voor hun giftshop. Als we twee meisjes op straat zien, vraagt onze gids of ze ons mee willen nemen naar hun familie (het hoort een beetje bij de tour om ook bij mensen thuis te kijken), de meisjes willen graag laten zien welke klusjes ze na schooltijd doen en willen ook graag op de foto. De jongste telg is wat onwennig en lost dit op met een dansje. Hoe schattig. Na een afsluitend verhaal op een rijstveld vervolgen we onze weg naar onze lodge. Hier genieten we van een dagje niks voordat ons safari avontuur begint.
Tijd voor safari
En alhoewel ik enorm genoten heb van afgelopen dagen en echt verrast was door de groene natuur en de kleurrijke gastvrije bevolking keek ik enorm uit naar de safari-dagen. Nieuwsgierig naar de landschappen, de verschillen met andere safari-bestemmingen en cheeta’s, want deze sprinters, heb ik voor mijn idee, nog te weinig gezien.
Ik koos voor Ngorongoro National Park, Zuid Serengeti en Centraal Serengeti.
In mijn blog “Tanzania, keuzes maken” lees je hoe mijn keuzes gemaakt zijn.
Ngorongoro is een krater, als je het park ingereden bent, rijd je eerst door een oerwoud wat werkelijk een prachtige route is. Dwars door het land van de Masai, het thuisland van onze gids Michael, die onderweg vertelt over zijn voorouders en familie. Ik merk dat hij zich thuis voelt. Masai dorpjes in de vallei, veehoeders in authentieke kledij, en zo rijden we langzaam de kratervloer op. Met zicht op het meer wat centraal in de krater ligt en grazende olifanten, relaxende leeuwen en heel veel flamingo’s kan ook deze dag de boeken in als “één van de mooiste routes die ik gereden heb” (citaat van de fotograaf) Omdat we langer hebben genoten dan we ingecalculeerd hadden, rijden we het laatste stuk naar onze lodge door het donker. Tijdens de zonsondergang zijn we getuige van een groepje giraffes die een rivier oversteekt. Met de zonsondergang op de achtergrond begeef ik me in een levend schilderij. Na een dag die voelt als drie geweldige dagen komen we vlak voor het diner aan in onze lodge in een regio die vaak bezocht wordt in de eerste maanden van het jaar. Dit omdat dan de grote groepen zebra’s en gnoes van de “grote trek” hier dan verblijven.
Even over de grote trek, dit is de migratie van gnoes (wildebeesten) en zebra’s die in een jaar rond de Serengeti (Tanzania) en de Masai Mara (Kenia) rondreizen. Gestuurd door vers gras en water. Sommige roofdieren volgens de kuddes, anderen blijven achter of hebben zelfs vaste woonadressen.
Verliefd
Deze regio staat bekend om katachtigen. Wij verblijven hier drie dagen en ik zie cheeta’s. Twee cheeta’s hebben een jonge gnoe gevangen en genieten van hun ontbijt, we treffen twee leeuwinnen die samen met de man des huizes inzicht geven in hun dagelijks leven. Dan nog drie cheeta-broers aan het diner, die zich heerlijk laten observeren. De zebra’s, die even verderop staan, lijken niet te merken dat ze een familielid missen. En.. onze auto staat opeens onder een boom met daarin 7 leeuwinnen. Hoe gaaf is dat. In deze regio klimmen leeuwen in bomen omdat ze niet houden van het natte gras (voordeeltje van dit seizoen ook) ze liggen heerlijk te relaxen op de takken, pootjes naar beneden, koppie opzij.
En voordat we verder rijden naar Centraal Serengeti, naar onze volgende lodge, volgt nog een bijzondere ochtend. Vlak nadat we op pad gaan, zien we een hyena lopen. Hyena’s stelen een prooi, ze jagen eigenlijk nooit zelf. Aasgieren zijn hun vrienden, zij scannen de omgeving af en werken als een navigatie voor de hyena’s die de taak hebben de prooi te stelen. De hyena die we zien lijkt onderweg te zijn, we zien aasgieren vliegen. En zo ontdekken we een karkas waar al een hyena, een jakhals en een aantal aasgieren mee bezig zijn. De hyena’s zijn constant op hun hoede, alsof ze bang zijn dat de oorspronkelijke eigenaar van de maaltijd terug komt. Een mooi schouwspel. Michael draait de auto en ziet een leeuwin. Met welpen. We rijden een stukje dichterbij en ik zie dat twee welpen groter zijn dan de kleinste telg. Michael legt uit dat de leeuwin waarschijnlijk de moeder is van de twee pubers en oppast op de kleinste. Een leeuwin die pas moeder is, is erg gebrand op een succesvolle jacht, vandaar dat zij deze taak vaak op zich neemt. We aanschouwen een spel tussen de oppasmoeder, haar twee tieners en hun kleine neefje of nichtje. Ze rennen, springen, rollen en als ze verdwijnen over de savanne dan weet je vast hoe ik me voel, verliefd.
Lion King beelden op de plek waar Disney inspiratie op deed
Dan is het tijd om door te rijden naar Centraal Serengeti, waar we ook weer drie dagen verblijven. De route leggen we al game-drivend af. Hoe noordelijker we komen, hoe groter de groepen gnoes en zebra’s worden. Dit zijn echter niet de grote kuddes van de grote trek, dit zijn de achterblijvers. De dames die later hun jong op de wereld hebben gezet, de ouderen misschien en diegene die het rustig aan willen doen? Al met al hebben we hier en daar uitzicht op kuddes tot aan de horizon. Zebra’s en Gnoes. Weids uitzicht met hier en daar koppies. En dit is echt een mooi beeld. Zomaar in het niets, rotsblokken met struikjes alsof ze daar neergezet zijn als strategische forten. Want daar lijken ze voor gebruikt te worden. Leeuwen liggen graag te zonnen op de rotsen en ze verstoppen hun welpjes tussen de enorme stenen. En hier ontmoette ik Simba. Toen Michael de eerste koppie aan ons liet zien en afspeurde op zoek naar.. iets.. zag ik een klein koppie wat geen rotsblok was. De kleine wereldburger lag ongeduldig te wachten op zijn moeder die op een andere rots in de zon lag.
Cheeta’s, die wou ik graag zien
We spotten nog drie cheeta’s, die wat onrustig zijn, een kort sprintje, wat heen en weer gewandel maar hun prooi laten ze niet alleen. We treffen een leeuw die duidelijk iets in zijn schild voert en na wat geduld merken we een zebra-prooi op. Aha. Nog twee mannelijke leeuwen dienen zich aan bij het diner. Michael weet dat hier een leeuwen familie met 40 gezinsleden woont en stelt voor om rustig maar doelbewust de dames te zoeken. Ik neem plaats achter in de auto en mijn nieuwe verrekijker komt nu goed van pas. Ja, oortjes, ik spot iets (nadat ik ook vier keer een antilope aangezien had voor een leeuwenwelp) 14 leeuwinnen, jong en wat ouder, ze drinken water, buiken uit, zorgen voor de kinderen en scannen de omgeving af op indringers. We observeren dit een tijdje en besluiten daarna terug te rijden naar de lodge voor een relaxte middag. Michael rijdt, ik sta de horizon af te scannen, want het is hier gewoon te mooi om iets te missen. En dan is de ogenschijnlijk smalle rivier te diep om over te steken. We moeten een stukje terug rijden, na een tweede poging komen we uit bij een moerassig stuk wat ook te nat is om te passeren en weer wordt de Landcruiser gedraaid. Een cheeta! Met twee jongen! Kan het waar zijn? Twee keer omrijden, graag naar de lodge willen en dan een cheeta met twee jongen treffen. Ze wandelen om de auto heen, over het zandpad. Stil, kippenvel. Ik wou graag een cheeta zien, maar jongen.. ja kippenvel.
De Big Five
Als je op safari bent geweest is vaak de eerste vraag “Heb je de Big Five gezien” De olifant, buffel, leeuw, neushoorn en luipaard. Maar wij hadden het luipaard op deze reis niet gezien en de dag dat we de Serengeti zouden verlaten brak aan. Ik beloofde de lodge manager en Michael lachend dat we terug zouden komen voor het luipaard en Michael houdt de deur van de auto voor me open met de tekst; “It ain’t over till it’s over” en zo reden we naar het luchthaventje waar onze vlucht naar Arusha ingepland stond. Tijdens de rit nam ik langzamerhand afscheid van dit mooie natuurgebied. En daar kraakt de radio, een bevriende gids seint Michael in. Ik hoor wat overleg in Swahili en de auto wordt gedraaid. Michael vraagt mijn verrekijker en scant de omgeving af. En dan gaat het gas open en rijden we de savanne over naar, wat wij op dat moment nog niet weten wat. Michael stopt, zet de auto uit en als ik ga staan, zie ik haar lopen. Goudgeel met vlekken, een luipaard. Parmantig door het hoge gras naar onze auto. Ze stopt, kijk me strak in de ogen en loopt om de auto heen om zich in het bosje ernaast te nestelen voor een ochtenddutje. “It ain’t over till it’s over” een mooie uitspraak.
Om de lange weg terug naar de bewoonde wereld te omzeilen, vliegen we terug naar Arusha. Over Masai land dit keer, over de Ngorongoro Krater, met geweldig uitzicht. Wat rest zijn nog twee dagen in de stadse drukte.
We verblijven in een klein hotelletje met een verrassend goede keuken in het centrum van de stad. Als we de straat uitlopen belanden we op een marktje, maar ook de edelstenenmarkt trekt mijn aandacht. Masai mannen zien hun kans schoon en proberen hun handelswaar te slijten. De beste kwaliteit glimmertjes maar ik ben meer onder de indruk van de enorme oorbelgaten in de oren en hun kledij, waarbij ik me afvraag hoeveel lagen ze aan hebben. Op onze agenda staat nog een stadstour. We dachten dat we op het luchthaventje afscheid hadden genomen van Michael maar op dat moment draait hij de Landcruiser handig de parkeerplaats van onze hotel op.
De toegift
Michael kent ons inmiddels een beetje en stelt voor om een kijkje te nemen in een werkplaats waar gehandicapten werken. Hier krijgen we een rondleiding van een begeleider, die vertelt over al het moois wat hier gemaakt wordt en de beperkingen van de werknemers. Ik shop nog wat leuks en dan vervolgen we onze weg. We drinken koffie in een winkelcentrum en brengen een bezoek aan een Masai marktje. Erg toeristisch en erg gezellig. Met veel pret scoren we de laatste souvenirs en keren dan terug naar het hotel. De toegift van deze reis beleven we op de laatste ochtend, de ochtend na Pasen. Tijdens het ontbijt horen we muziek. Je zou bijna denken dat er een feestje of festival gaande is, we besluiten de muziek op te zoeken. Als we de straat uit lopen beland ik bij een kerk, waar duidelijk de muziek vandaan komt. Voordat we het weten staat een oudere mevrouw naar ons te zwaaien en ik hoor “Karibu” waarvan ik inmiddels weet dat het Welkom betekent. We zijn niet echt gekleed op een kerkbezoek maar wel heel erg nieuwsgierig. Ook in onze vakantie kleding bleken we Karibu te zijn. Een drumstel en twee saxofoons zijn de basis van de band. De gitaarsolo En als we na de muziek niet snel genoeg door hebben dat de preek verder gaat, doen we alsof we aandachtig luisteren waarop er iemand naar ons toe komt die vraagt of we Swahili verstaan. Nee, zeg ik.. waarop hij zijn hand op zijn hart legt, en zegt, “Its all in the hart”. En ik wacht rustig op een momentje dat ik de dienst kan verlaten.