Zuid-Afrika

Kleurrijke verkopers, puberende olifanten en helden van rangers die ons komen redden als we na een verkeerde afslag vast komen te zitten in de bush. Alsof dat nog niet genoeg is, ontmoet ik tijdens onze reis door Zuid-Afrika Simba en zijn moeder en ontdek ik het mooiste plekje van de wereld.

Ik voel me altijd enorm bevoorrecht dat ik de wereld mag ontdekken. Als een zwaan in de lucht. Met krachtige vleugelslagen het avontuur tegemoet. Op de vlucht naar Johannesburg geniet ik van mijn businessclass stoel, KLM-blauw. Een ruime stoel die helemaal plat kan als ik besluit een dutje te doen op de elf uur durende vlucht. De stewardess is geïnteresseerd in wat mijn doel is van de reis en al pratend komen we tot de conclusie dat dit het juiste moment is om de wijnroute te laten starten met een goed glas Chardonnay. De wijn waarvan de Zuid-Afrikaners beseffen dat de Fransen deze hebben ontwikkeld, maar die in Zuid-Afrika pas echt verfijnd is.

Na een overnachting op de luchthaven van Johannesburg rijden we naar Hazyview. Een rit van 400 km richting het oosten. Mijn vriend is een goede chauffeur en ik doe het goed als bijrijder. De route plannen, stopplekjes spotten en het wegdek mee in de gaten houden. In Zuid-Afrika zijn de wegen niet overal even goed. Diepe gaten in het wegdek en creatief rijdende medeweggebruikers zorgen er voor dat in het donker rijden afgeraden wordt en autorijden meer energie kost dan dat we gewend zijn.

Rijdend langs de Panorama Route voel ik me een figurant in een levend schilderij

Vanuit Hazyview verkennen we de Panoramaroute. Tot de verbeelding sprekende namen als God’s Window, Bourke’s Luck Potholes en de Tree Rondavels bepalen hier de route van de gemiddelde toerist die op deze route kennismaakt met de kracht en de creativiteit van moeder natuur. God’s Window wordt vergeleken met het uitzicht wat god zou moeten hebben als hij op de wereld neer kijkt. Na een korte wandeling kom ik bij het eerste uitzichtpunt waar twee bergen op de voorgrond als gordijnen voor een raam hangen. Tussendoor piept het weidse uitzicht, die met oog voor detail lijkt te zijn gecreëerd. De tientallen kleuren groen bij dit natuurlijke raam staan in contrast met de gekleurd geklede verkopers van de standjes die vriendelijk lachend hun handelswaar aan de man proberen te brengen. Bij Bourke’s Luck Potholes, komen de Blyde Rivier en de Treur Rivier samen. De haat-liefde verhouding van de beide rivieren voel je op deze plek. Erosie heeft gladde, diepe, mooie maar verraderlijke gaten in de rotsen gecreëerd. Dit is het beeldhouwwerk van moeder natuur.

Misschien wel het mooiste plekje van de wereld

Wij vervolgen onze weg richting het noorden. En daar kom ik, aan de kant van de weg, een klein aanwijsbordje tegen, ‘Uitsigpunt’ staat erop. Wandel hier naar het rotsblok die enig klimwerk vraagt en waarvan je misschien denkt dat je er niet op kan komen. Vertel je familie dat ze even verderop mogen kijken want hier  ga je zitten, alleen. Het groen van de heuvels mengt zich als nieuwe verf door het blauw van de lucht. Rubens lijkt te hebben meegewerkt aan dit project waar ronde vormen het uitzicht domineren. Met afgeplatte heuveltoppen, alsof de scherpe randjes van de geschiedenis afgeslepen zijn.

Service en gastvrijheid in Pelgrims Rest

Na een momentje voor mezelf bij Uitsigpunt is het tijd voor gastvrijheid en vergaande service bij een volgende stop. We zijn onderweg naar Pelgrims Rest. Dit oude goudzoekers dorpje is tegenwoordig een openluchtmuseumachtige plek. De oude huizen die rond 1900 gebouwd zijn, doen nu over het algemeen dienst als shops. We worden hartelijk ontvangen door de lokale auto-opziener, Jack. Hij past voor een paar Zuid-Afrikaanse rand op de auto (zoals dat hier gebruikelijk is bij de toeristische stops) Verder bestaat het welkomst comité uit een Macadamia verkoper met de bijzondere naam ‘Remember’, die laat geen kans liggen om me aan te spreken en te vragen of ik niet vergeet zijn noten te kopen. Surprise bedient ons van koffie en pannenkoeken bij het plaatselijke restaurant. Hij vertelt dat hij voor zijn ouders een grote verrassing was, als laatste telg van de grote familie.

Vanaf de veranda van het restaurant zie ik Jack heen en weer lopen en druk poetsen. Onze witte huurauto krijgt een wasbeurt. Maar wat moet je daar nou voor betalen? Gelukkig komen we na de lunch een duidelijk bord met was-betaal-instructies tegen. Aan alles wordt gedacht hier. Behalve fotogeniek ook nog gastvrij. Naast het plezier van mijn ontmoetingen met de leden van de staf, geeft Pelgrims Rest een goed beeld van vroegere tijden toen pioniers zochten naar geluk èn goud.

Safari-avontuur

Onze lodge ligt in het Sabi Sand Nature Reserve waar we heen rijden voor een paar dagen safari. Dit privé park was tot 1993 afgesloten van het Krugerpark wat aan de oostkant grenst. In dit jaar zijn de hekken naar het Kruger afgebroken waardoor de dieren meer keuzevrijheid kregen in leefomgeving. Ten westen van het Krugerpark liggen meer privé parken die hun hekken hebben neergehaald waardoor het Greater Kruger Park ontstond, wat ongeveer de helft zo groot is als Nederland. Je kan je vast voorstellen dat het immense Krugerpark een beperkt wegennet heeft, zo heeft elk deel van het park zijn eigen toegangsweg. Plan je een bezoek aan een lodge, zorg dan dat je weet welke ingang de juiste is. Wij gaan op zoek naar de Gowrie Gate en deze is prima te vinden. Vanaf hier is het nog acht kilometer rijden naar de lodge. Vol vertrouwen volgen we de gps, die ons tot nu toe overal prima heeft heen genavigeerd. Eerst een lange rechte weg gevolgd door een afslag naar links.

Terwijl mijn vriend zijn chauffeurs talent gebruikt, kijk ik of er al wild te zien is. Maar ik zie niks dan goudgele zandwegen, struikjes en gaten in de weg. De weg wordt smaller en de opgedroogde bandensporen lijken bandbreed-èn diep. We passeren een drooggevallen rivier met steile rivierbeddingen waar onze 4×4 dapper zijn werk doet. Maar toch vraag ik me af of dit de beste/enige/goede route is naar onze lodge. De gps is zelfverzekerd en vraagt ons naar links af te slaan, en daar gaat het mis. De auto slipt en komt vast te zitten in het mulle zand. Terwijl mijn chauffeur de vooruit, achteruit en de 4×4 knop probeert, kijk ik wat angstvallig om me heen. Olifanten en leeuwen spotten is leuk, maar niet als je auto vast staat. De internetverbinding blijkt beter te werken dan de gps, waardoor ik de lodge kan bereiken en onze locatie door kan appen. Terwijl we ons tegoed doen aan de laatst overgebleven M&M’s van de vlucht, wandelt een grote olifantenstier langs de auto. Ik herinner me dat ik olifanten op onze vorige safari, in het bijzijn van een ranger, veel leuker vond. En daar komen ze aan, de helden. Twee rangers zetten hun auto stil, trekken onze huurauto los en begeleiden ons naar de lodge.

Hier ontmoet ik Simba

We verblijven drie dagen in een geweldige lodge waar ik geniet van vijf game drives. Lodges zijn er in zoveel varianten dat de keuze soms lastig is. De ligging, er zelf heen rijden met een huurauto of liever een vlucht, zijn naast het aantal sterren en sfeer leidend in de keuze.  Onze logde is geheel in Afrika-stijl met rieten dak en een restaurant met openslaande deuren met uitzicht over een drinkplaats.

Wat voel ik me bevoorrecht als ik een welpje, dat hier met zijn moeder en tantes leeft, kan observeren. De tantes nemen hun taak als opvoeders serieus en als het etenstijd is, is het koddige tafereel compleet. Simba duikelt over zijn moeder heen, ligt lekker te drinken en krijgt een wasbeurt, en dat terwijl wij als toeschouwers niet beseffen wat voor killers deze dieren zijn. Hier komt echter snel verandering in als we verder rijden en stuiten op een groep mannelijke leeuwen die drie dagen geleden een buffel gevangen hebben. Een dag of vier eten de heren hiervan. Met vies bebloede koppen kijken ze om zich heen en bewaken hun prooi. Hyena’s, die handig genoeg zijn om prooien te stelen, zijn op dit moment hun grootste vijanden. De leeuwen lijken sterk genoeg om zich te verweren tegen deze dieven. Waar ik me meer zorgen om maak zijn de stropers die in dit gebied nog altijd actief zijn. De neushoorns moeten hiertegen beschermd worden. Zo komen we een neushoorn tegen zonder hoorn. Elke paar jaar worden de neushoorns gesedeerd en wordt de hoorn afgezaagd zodat de dieren niet meer waardevol zijn voor de hoorn-handelaren.

In het gebied rond onze lodge leven geen giraffen, vertelt onze ranger. De giraffen die wij tegenkomen zijn op doorreis. De bomen waarvan ze de blaadjes het lekkerst vinden, zijn hier te weinig waardoor het extra bijzonder is dat we een groepje van vijf langnekken zien. Alsof ze in slow motion door een filmlocatie wandelen maar nieuwsgierig dat ze zijn kijken ze net zo naar ons als wij naar hen. Roofdieren en kindjes zijn vaak de spraakmakers van de safari. Zo hebben kleine olifantjes met hun onhandige slurven iets aandoenlijks. Eerst zijn ze klein, zwiepen met hun hele hoofd om de gebruiksaanwijzing van hun slurf te ontdekken en als ze even ouder zijn, denken ze ons brutaal de les te kunnen lezen door toeterend en met wapperende oren voor de auto te gaan staan.  Voor een ontmoeting met Big Five lid Nijlpaard is de waterkant een goede plek. Tijdens de game drives maken we vaak een korte stop voor een kop koffie of een zonsondergangs-drankje. Onze ranger kiest graag voor de waterkant waar we nijlpaarden zien spelen. Big Five nummer vijf is het luipaard (de buffel zagen we als prooi van de leeuwen maar ook levend rondscharrelen) Rond onze lodge worden regelmatig twee luipaarden gespot, moeder en dochter. Ze leven echter apart, zoals luipaarden gewend zijn. Op de eerste dag zien we de jongste dame, liggend in het gras uit te buiken. Haar prooi ligt veilig in een boom waardoor ze tijd heeft om de relaxen en te poseren voor de camera. Tijdens onze laatste game drive komen we de oudste dame tegen. Ze wandelt resoluut door de bush en loopt zo mijn camera tegemoet. Tot ze een meter voor de auto stopt, om zich heen kijkt en haar weg vervolgd. Omdat ze zo resoluut is, besluit onze ranger haar een tijdje te volgen. Na een rondleiding door haar territorium zien we een hyena lopen. En waar hyena’s zijn, bevindt zich vaak een prooi die gestolen kan worden, weten we inmiddels. En daar springt het luipaard behendig in een boom. Waar haar prooi verborgen ligt. En met deze ontmoeting in mijn geheugen gegrift neem ik afscheid van de safari lodge. Een laatste kop rooibosthee en nog even genieten van het najaarszonnetje voordat de KLM zwaan me terugbrengt naar de Nederlandse lente.