Jamaica

Na een elf uur durende vlucht land ik samen met 16 collega’s uit de reisbranche op de luchthaven van Montego Bay. Zeven uur later en een stuk zonniger dan in Nederland. Het is eind mei, regenseizoen in Jamaica, maar de kleine buien hebben nauwelijks invloed op het vakantiegevoel. Wij zijn naar Jamaica gevlogen om hotels te bekijken, sfeer te proeven, excursies te testen en kennis te maken met restaurantjes, de bevolking en de stranden. Een studiereis noemen we dat. Vier dagen vakantiegevoel met een volle agenda en wekkers op tijden die niet direct onder de noemer vakantie vallen. Tijdens onze trip bezoeken we vooral de omgevingen van Ochio Rios en Negril.

Als ik de kans krijg om een land te leren kennen, een stad te verkennen, in de geschiedenis te duiken of als ik mag genieten van natuur dan is de dag voor mij vaak meer dan geslaagd. En dan maakt het me niet meer zoveel uit dat ik vier keer een joint aangeboden krijg voor een goedlachse, tandeloze, onverstaanbare doch uiterst vriendelijke Reggae-pet drager. Onze dag start met een bezoek aan Falmouth.

Van katoenhandel naar cruisehaven

Falmouth was vroeger dè havenstad voor de katoenhandel en ligt aan de noordkust van het eiland. Tegenwoordig is de haven vooral bekend als aanlegplaats voor cruiseschepen. Zodra we de bus uitstappen worden we aangesproken door een goedlachse meneer, wie we zijn en wat we komen doen wil hij graag weten. Als ik vertel dat we reisagenten uit Europa zijn en dat we toeristen brengen verschijnt er een lach op zijn gezicht. Of ik een joint wil of mango’s wil kopen. Nou, we gaan eerst maar even een rondje lopen, leg ik uit. We steken de straat over en springen opzij voor een auto waar vrolijke muziek uit de open ramen klinkt. Een beetje rommelig allemaal maar zeer vrolijk. Een smoezelig standje met mango’s die door een oude parasol tegen de zon beschermd worden en een auto met opengeslagen achterklep die dienst doet als verkooppunt van diverse groentes, leveren handel op. We lopen een rondje door de straten met rood en blauw geschilderde gevels en geparkeerde auto’s voor de deuren. Een jonge dame met een gekleurde parasol lijkt zo uit de koloniale geschiedenis te zijn gestapt. Twee oude vrouwtjes lopen gearmd met boodschappentassen het pleintje over. Als ik dit allemaal aanschouw bedenk ik me dat dit beeld heel mooi te beschrijven is als authentiek maar achter alle kleuren schuilt ook armoede. De bevolking is enorm hartelijk en nieuwsgierig en de taxi’s zijn betrouwbaar. Met een beetje gezond verstand kan je hier prima op avontuur. Falmouth ligt niet ver van Ocho Rios in een gebied die bekend staat om de vele excursiemogelijkheden.

Na deze kennismaking met het dagelijkse leven in een stad vol geschiedenis neemt onze gids ons mee naar de De Dunns Riverfall. Een waterval die je kan beklimmen. En dat is echt een hele leuke ervaring en heerlijk koel met het warme Caribische weer. Eerst lopen we de trap af naar beneden en al kan dit best een hele toeristische plek zijn, het is hier prachtig. Vanaf het strand klauteren we door het water omhoog. Over de grote stenen, onder een natuurlijk bruggetje door en langs stukken waar de gids mij handig aan de hand neemt En ondanks dat ik niet zo van water houd is dit toch één van de leukste excursies die ik ooit gedaan heb.

Als onze buschauffeur ons naar Good Hope brengt geniet ik de hele reis van het uitzicht. Langs oude plantages, door bossig gebied en over niet hele comfortabele wegen rijden we het binnenland in naar de oude suikerrietplantage “Good Hope”. Dit landgoed is omgebouwd tot activiteitenbos. Een groot zwembad met gekleurde ligstoelen en een gezellige bar vallen meteen op als je binnenkomt. De rivier die hier stroomt maakt een kabbelend geluid wat een beetje afleidt als wij instructie krijgen over het ziplinen. Maar als we onze helmen vast hebben en ons zekeringstuigje aanhebben gaan we op avontuur door de boomtoppen van dit mooie domein. Na deze enerverende en eerst wat onwennige apen-taferelen is het tijd voor een relaxte afsluiter van de dag. Bij de oever van de rivier staan de schippers van bamboevlotten op ons te wachten. We krijgen een drankje mee en de vlotten hebben een speaker waar uiteraard reggae muziek uit klinkt. Een sfeervolle tour door het oerwoud onder het genot van een cocktailtje en met muziek, wat wil je nog meer? Een Schildpad? Dat kan, die liggen hier op de boomstammen aan de oevers te zonnen.

Na onze kennismaking met het noorden van het eiland rijden we naar Negril. Bekend van Ricks café, die zichzelf de leukste bar van de wereld noemt. Ricks café ligt op een rots en is beroemd geworden vanwege de hoge duikplanken waar lokale rots-springers de toeristen vermaken. Dappere toeristen kunnen zelf ook een duik nemen van lagere duikplanken. Na ons drankje met Rick rijden we naar Pushcart restaurant. De lokale gerechten hier, het uitzicht over zee en de live muziek maken onze dag compleet.

Als toetje nog even in de zon mèt een laatste liedje

Voor ons nog een laatste dag waar we een paar mooie hotels bezoeken in en om Negril, waaronder twee hotels aan Seven-Mile-Beach. Dit strand is gezellig vanwege de leuke restaurantjes, barretjes, shops en taferelen van lokale bevolking.

Met mijn slippertje in mijn hand, loop ik door de branding. Als ik over zee kijk zie ik een knalblauwe lucht en glinsterend water. Als ik naar de landzijde kijk zie ik palmbomen en houten pandjes waar muziek vandaan klinkt. Een visser die zijn vangst binnen heeft maakt zijn boot, geverfd in rasta kleuren, schoon en praat ondertussen met een souvenir-verkoper. Ik wandel rustig verder en voordat ik me klaar ga maken voor het diner plof ik nog even neer op een strandbedje. Met een ijskoude cocktail ik mijn hand zie ik de zon in de zee zakken. Drie muzikanten stoppen in het licht van de ondergaande zon en spelen een liedje voor me. Speciaal voor mij, niet voor de andere strandliggers. Want hoe ze het doen weet ik niet maar de Jamaicanen geven je een speciaal gevoel.  En na mijn dansje met de muzikanten bedenk ik dat dit ongeveer is, zoals vakantie bedoeld zal zijn.

Ik had het al even over een rondreis.

Als je dat leuk lijkt, dan begin je het best in Montego Bay. Vervolgens bezoek je Ocho Rios en  Port Antonio en rij je door de Blue Mountains naar Kingston. Vervolgens kan je via de South Coast naar Negril rijden, aan de westkant van het land.

• Ochio Rios voor de sportieve activiteiten
• Port Antonio voor rust en de mooiste baaien
• De Blue Mountains voor de natuurliefhebber
• Kingston de hoofdstad, bekend van het Bob Marley museum en de wijken die omgetoverd zijn van criminele vieze straten naar Street-arts wijken met goede restaurants.

Aan het strand bij Negril kan je diverse watersporten beoefenen of een Catamaran trip boeken. Bij Negril heb je een strandgedeelte en een rotsgedeelte. Ben je een strandmens, laat je dan goed informeren over de ligging van de hotels. Over hotels gesproken.. Op Jamaica heb je heel veel goede all inclusief hotels maar ook hele leuke kleinschalige hotels en hotels midden in de natuur. Afhankelijk van je wensen kies je luxe of minder luxe.

Je kan op Jamaica prima een auto huren, ze rijden links en de wegen zijn prima begaanbaar.

Wil je liever niet zelf rijden dan neem je makkelijk een taxi. Juta heet het bedrijf die dit faciliteert, de chauffeur is ook je gids. Samen maak je plannen voor de dagindeling en je spreekt hiervoor een prijs af.

Ėén hotel met een huurauto of een Juta taxi, een rondreis.. maar je kan ook twee hotels combineren. Bijvoorbeeld een hotel in Ochio Rios en een hotel in Negril. Zo beleef je Jamaica van twee kanten maar hoef je niet elke dag te verkassen van hotel. En weet je wat het leuke is? Ik maak dat allemaal passend voor je klaar. Een vlucht met TUI Fly, de hotels, transfers als je dat wenst, een huurauto misschien .. of hou je dat lekker open en kijk je ter plaatse naar een Juta chauffeur.

Nog een laatste tip; Ga je een toeristische hotspot bezoeken, check dan of er een cruiseboot aangemeerd ligt, dan kan het erg druk zijn.

Don’t worry about a thing, ‘Cause every little thing gonna be all right’